U kunt een fax als volgt op een later tijdstip verzenden:
1
Plaats het document in de automatische documentinvoer.
2
Druk op menu/invoer.
3
Gebruik de knop < of > om
Faxfuncties
weer te geven en druk op menu/invoer.
4
Gebruik de knop < of > om
Fax later verz.
weer te geven en druk op menu/invoer.
5
Voer de begintijd met de alfanumerieke knoppen in. Wanneer u aan een 12-uurs notatie
gewend bent, gebruikt u de knop > om de cursor na het vierde teken te plaatsen en AM of PM
in te stellen. Kies
1
voor AM en
2
voor PM en druk vervolgens op menu/invoer.
OF
Als u bij voorkeur de 24-uurs notatie gebruikt, drukt u op menu/invoer.
6
Gebruik de alfanumerieke knoppen voor het invoeren van de datum en druk vervolgens op
menu/invoer.
OF
Druk op menu/invoer om de standaardinstelling te accepteren.
7
Voer het faxnummer of de snelkiescode in of druk op de sneltoets. Deze functie ondersteunt
geen ad hoc groepen. Druk op menu/invoer of op faxen/versturen. Het document wordt
naar het geheugen gescand en de fax wordt op het aangewezen tijdstip verzonden.
86 7 Faxen
NLWW