HP LaserJet 3300 Multifunction Printer series - Bootptab-bestandsvermeldingen

background image

Bootptab-bestandsvermeldingen

Hier volgt een voorbeeld van een

/etc/bootptab

-bestandsvermelding voor een HP

Jetdirect-afdrukserver:

picasso:\

:hn:\

:ht=ether:\

:vm=rfc1048:\

:ha=0001E6123456:\

:ip=192.168.45.39:\

:sm=255.255.255.0:\

:gw=192.168.40.1:\

:lg=192.168.40.3:\

:T144=“hpnp/picasso.cfg”:

Een dubbele punt (:) geeft het einde van een veld aan en een backslash (\) betekent dat de invoer
wordt vervolgd op de volgende regel. U kunt geen spaties invoegen tussen de tekens op een
regel. Namen, zoals hostnamen, moeten beginnen met een letter en kunnen alleen letters,
getallen, punten (alleen voor domeinnamen) en koppeltekens bevatten. Het onderstrepingsteken
(_) mag niet worden gebruikt. Raadpleeg de softwaredocumentatie voor meer informatie.

De configuratiegegevens bevatten tags waarmee de verschillende parameters voor HP Jetdirect
en de bijbehorende instellingen worden aangeduid. Deze tags worden in de volgende tabel
beschreven:

Tag

RFC 2132
-optie

Beschrijving

nodename

_

De naam van het randapparaat. Leidt naar een lijst met parameters voor een
specifiek randapparaat. Dit moet de eerste tag in een vermelding zijn. In het
voorbeeld is

nodename

picasso

.

hn

12

Tag voor de hostnaam. Deze tag krijgt geen waarde maar zorgt ervoor dat
de BOOTP-daemon de hostnaam downloadt naar de afdrukserver. De
hostnaam wordt afgedrukt op de Jetdirect-configuratiepagina of
geretourneerd bij een SNMP-sysName-verzoek van een netwerktoepassing.

ht

_

Tag voor het hardwaretype. Voor de HP Jetdirect-afdrukserver, stelt u deze
in op ether (voor Ethernet). Deze tag moet voorafgaan aan de tag

ha

.

vm

_

De tag voor de BOOTP–rapportindeling (verplicht). Stel deze tag in op

rfc1048

.

ha

_

Tag voor het hardwareadres. Het apparatuuradres (MAC) is het
koppelingsniveau- of stationadres van de HP Jetdirect-afdrukserver. Deze
vindt u op de configuratiepagina van de Jetdirect als Hardware Address
(hardwareadres) en ook afgedrukt op een etiket op de afdrukserver. De tag

ht

moet voorafgaan aan deze tag.

ip

_

De tag voor het IP-adres (verplicht). Dit wordt het IP-adres van de
afdrukserver.

background image

NLWW

BOOTP gebruiken 119

sm

1

De tag voor het subnetmasker. Het subnetmasker wordt door de
afdrukserver gebruikt om de delen van een IP-adres mee aan te duiden die
het netwerk-/subnetwerknummer en het hostadres bevatten.

gw

3

De tag voor het IP-adres van de gateway. Dit adres duidt het IP-adres aan
voor de standaardgateway (router) die door de HP Jetdirect-afdrukserver
wordt gebruikt om te communiceren met andere subnetten.

ds

6

IP-adrestag van de DNS-server (Domain Name System). Uitsluitend een
server met één naam kan worden opgegeven.

dn

15

Tag voor de domeinnaam. Bepaalt de domeinnaam van de afdrukserver
(bijvoorbeeld support.hp.com). De hostnaam maakt hiervan geen deel uit;
dit is niet de zogenaamde "Fully Qualified Domain Name" (volledige
domeinnaam), zoals printer1.support.hp.com.

ef

18

Extensietag die de relatieve padnaam aanduidt van het
TFTP-configuratiebestand. Deze tag is vergelijkbaar met de
fabrikantspecifieke tag T144.

na

44

Tag voor IP-adressen van de NBNS-server (NetBIOS-over-TCP/IP Name
Server). Er kan een primaire en een secundaire server opgegeven worden
in de gewenste volgorde.

lease-time

51

Leasetijd van IP-adressen voor DHCP (in seconden).

tr

58

DHCP T1-timeout ter aanduiding van de vernieuwingstijd voor de
DHCP-lease (in seconden).

tv

59

DHCP T2-timeout ter aanduiding van de tijd voor het opnieuw binden van de
DHCP-lease (in seconden).

lg

7

De tag van het IP-adres van de syslog-server. De tag van de server
waarnaar de afdrukserver syslog-berichten stuurt.

T144

_

Specifieke HP-tag waarmee de relatieve padnaam van het
TFTP-configuratiebestand wordt aangeduid. Langere padnamen kunnen
worden ingekort. De padnaam moet van dubbele aanhalingstekens zijn
voorzien ("padnaam"). Zie de volgende bestandsvermeldingen voor TFTP
als u meer informatie wilt over de bestandsindeling. Standaardoptie 18 van
BOOTP RFC-2132 (extensiesbestandspad) geeft ook de standaardtag ef
om de relatieve padnaam van het TFTP-configuratiebestand te op te geven.

T145

_

Optie voor niet-actief-timeout. Een specifieke tag van HP voor het instellen
van de niet-actief-timeout (in seconden). Hiermee geeft u de tijd op dat een
verbinding voor afdrukgegevens niet-actief mag blijven alvorens deze wordt
gesloten. Het bereik is 1 - 3600 seconden.

Tag

RFC 2132
-optie

Beschrijving

background image

120 8 Netwerk

NLWW

Gebruik de volgende conventies voor de Bootptab bestandsvermeldingen:

Een dubbele punt (:) geeft het einde van een veld aan.

Een backslash (\) geeft aan dat de vermelding verdergaat op de volgende regel.

U kunt geen spaties invoegen tussen de tekens op een regel.

Namen, zoals hostnamen, moeten beginnen met een letter en kunnen verder alleen letters,
cijfers, punten (alleen voor namen van domeinen) of koppeltekens bevatten.

Het onderstrepingsteken (_) is niet toegestaan.

Raadpleeg de systeemdocumentatie of Help van de software voor meer informatie.